HV4 Stof toetsweek periode 5 * Vocabulaire: 32 t/m 40 * Werkwoorden: de regelmatige werkwoorden op -IR- (ex. 71) * Grammatica: - De voegwoorden: ex. 59 (de betekenis + wat ze aangeven) Leer ook leertip 7: p. 111 van het tekstboek!!! - aanwijzend voornaamwoord: ex. 70 - bijvoeglijk naamwoord: ex. 72 (+ 2 oefen-stencils) * Comment dire: ex. 66, 74, 76 * Taalhandelingen: 1.1, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3, 2.6, 3.3, 3.6, 3.8, 3.9, 3.10, 4.1 (N/F) * Taalstrategieën: 1.1, 1.2, 1.3 * Boekje: Le Petit Prince