HV4 Stof toetsweek periode 1 * Vocabulaire: 7 t/m 14 * Werkwoorden: être , avoir , faire, aller * Grammatica: - werkwoordsvormen: ex. 4 - oefeningen bij avoir, être, faire, aller: 10, 11, 26 - de getallen: paragraaf 14 + ex. 12 - de maanden: ex. 23 * Comment dire: ex 20, 21, 22, 24, 26 * Taalhandelingen: 1.1,1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 2.1, 2.3, 2.4, 3.3 (N/F) * Taalstrategieën: 1.1